Kinderpardon en kerkasiel

door: Dick Couvée

Weer staat het Nederlandse asiel- en vreemdelingenbeleid volop in de aandacht. En dan vooral de humaniteit daarvan. Of juist het gebrek daaraan. Nu vooral toegespitst op economiestudente Hayarpi, haar twee broers en moeder en vader, aan wie de Vrijgemaakt Gereformeerde Kerk van Katwijk kerkasiel heeft verleend. De kerkenraad heeft in een spoedvergadering besloten hen opvang te bieden, zolang ze dat nodig hebben. Dat is inmiddels ruim een maand. Daarbij speelt ook steeds meer de vraag of het kinderpardon in zijn huidige vorm werkelijk iets voorstelt of juist een wassen neus is. Dat werd vooral opnieuw een punt na het besluit van staatssecretaris Harbers om de kinderen Howick en Lili, na tien jaar procederen, verblijf in Nederland te verlenen. Grote vraag: hoeveel Howick’s en Lili’s hebben wij nog te gaan ? Of, lukt het te komen tot humane oplossingen voor dit soort kinderen en voor andere mensen zonder verblijfspapieren ? En dan structureel in plaats van incidenteel?

Het toenmalige kabinet werd het in 2013 met veel pijn en moeite eens over een kinderpardon. Alle asielkinderen die langer dan vijf jaar in Nederland waren (het zogenaamde “geworteld” zijn), mochten blijven, als zij aan een aantal voorwaarden voldeden. In het begin ging het redelijk snel en soepel. In de eerste helft van 2013 kregen ruim 1500  mensen, kinderen en hun familieleden, een verblijfsvergunning. Daarna maakte het kabinet de kinderpardonregeling definitief. Aanzienlijk stricter dan daarvoor. Van de 670 kinderen die sindsdien een aanvraag deden, kregen er nog geen 40 een verblijfsvergunning. In 2017 waren er dertig aanvragen, twee kinderen en hun familie kregen een verblijfsvergunning. Belangrijkste struikelblok is een nieuw criterium, dat in de tijdelijke regeling niet gold: de uitdrukkelijke verplichting van de ouders om mee te werken aan hun terugkeer naar het land van herkomst. Zelfs op het moment, dat hun aanvraag voor een verblijfsvergunning nog in behandeling is of er nog allerlei wettelijke mogelijkheden zijn voor beroep. Op zo’n moment ga je je natuurlijk nog niet vastleggen op terugkeer.

In de Pauluskerk hebben we te maken met een grote groep mensen zonder verblijfspapieren in een complexe en voor hen steeds moeizamer wordende situatie. Velen van hen zijn al jaren hier. 15, 20, 25 jaar en meer. Zonder middelen van bestaan, hier volledig “geworteld”, ouder wordend en dus vaak minder gezond, na al die jaren hier nog altijd in onzekerheid over de mogelijkheid van verblijf, nog steeds in procedure of niet meer. De overheid liet de meeste van deze mensen jaren met rust. Nu is men weer overgegaan tot actief beleid. Het aantal verblijfsvergunningen, dat wordt afgegeven, is inmiddels op de vingers van één hand te tellen. De BBB- of LVV-regelingen of hoe zij ook mogen heten worden nu vooral ingezet als instrumenten voor actief uitzetten. Zelfs in gevallen die uit maatschappelijk en humaan oogpunt zeer discutabel zijn: mensen die hier geworteld zijn, mensen op leeftijd, mensen met een vaak zwakke gezondheid.
Hulporganisaties als de Pauluskerk spelen in dit alles een sleutelrol. Zij hebben de contacten met de mensen en genieten hun vertrouwen. Dat die sleutelrol er is, weet en erkent de overheid inmiddels ook. Die probeert er ook gebruik van te maken. Voor hulporganisaties als de Pauluskerk is het dus oppassen geblazen. Wij mogen niet meewerken aan een beleid, dat op gespannen voet staat met humaniteit, rechtsstaat en mensenrechten en ons nimmer in een situatie laten brengen, waarin onze loyaliteit aan de overheid zwaarder gaat wegen dan die aan de mensen in kwestie. Steeds vaker krijg ik het gevoel een burgemeester te zijn in oorlogstijd.
De Vrijgemaakt Gereformeerde Kerk van Katwijk heeft uiteindelijk haar plicht tot naastenliefde zwaarder laten wegen dan haar ongetwijfelde wens om de overheid te gehoorzamen. En daarin verdient zij alle steun, vind ik. Zeker in het geval van Hayarpi en haar familie. Wat we hebben bepaald als recht, hoeft lang niet altijd rechtvaardig of humaan te zijn. Voor die mensen opkomen, die in een situatie zijn beland van onrecht of onmacht , dat is een taak van de kerk. Inclusief het vaak moeizaam te hanteren instrument van het kerkasiel. Was het niet de naamgever van de Pauluskerk, die buitengewoon kritisch is over de waarde van wet- en regelgeving, omdat met wat recht is bedoeld vaak meer dan kromme slagen worden gemaakt ? Was het niet diezelfde naamgever, die ons opdroeg de overheid te gehoorzamen, maar dan wel een overheid die er is ten goede van de mensen en niet ten kwade ? Ik wil niet in de situatie terecht komen van de burgemeester in oorlogstijd. Meer dan reden, vind ik, voor nadenken en gesprek over de positie en opstelling van kerken in het land, als het gaat om het huidige asiel-en vreemdelingenbeleid, het OMZO-bestuur en de Pauluskerk als geheel incluis.