“God” ervaren

door: Dick Couvée

Het heeft lang geduurd, maar het mag weer, ontspannen spreken over “God”. Nog niet zo heel lang geleden behoorde iemand die het over “God” had, al gauw tot de categorie van mensen met wie vast iets mis was. Daaraan hoefde je dus geen aandacht te besteden, als serieus en modern mens. Of tot de categorie van mensen die zich bezighielden met een volstrekt achterhaalde en in deze moderne tijd dus niet meer relevante zaak, het christelijk geloof. Opnieuw, geen aandacht aan besteden. Nog één generatie en dan zou het wel afgelopen zijn met al die religieuze onzin. Nou ja, behalve dan misschien in “Staphorst”. Maar dat was wel leuk voor de folklore. God was dood. Of in ieder geval op sterven na dood. Gewogen op de eeuwenoude weegschaal van de realiteit van het leven. En te licht bevonden. Voor betrouwbare antwoorden op de vragen van mensen kon je beter te rade bij je gezonde verstand of bij de resultaten van de wetenschap en van de techniek. Stukken beter dat soort antwoorden dan die van de kerk of van de bijbel. Interessant boek, die bijbel, vooruit. Maar wel van gisteren. Niet meer van vandaag. En het lijkt mij goed om met elkaar niet de fout te maken over zulke opvattingen al te schamper te doen. Want wetenschap en techniek hebben inderdaad vaak betrouwbare antwoorden geformuleerd. Zij hebben ons leven op een onvoorstelbare manier veranderd, ook ten goede. De vraag is alleen of dat betekent, dat daarmee dan ook “God” kan verdwijnen als iets dat er voor het doen en laten van ons, moderne mensen echt niet meer toe doet. Ik denk het niet. En het feit, dat nog steeds en steeds weer opnieuw de vraag naar God wordt gesteld, wijst erop, dat meer mensen dat vinden. Het is net, alsof we op de een of andere manier toch niet zonder zoiets als god kunnen. En ik denk steeds vaker: misschien is het, ondanks alles, toch niet zo erg, dat dat christelijk geloof nu al eeuwen door de mangel wordt gehaald. Misschien is het wel nodig. Misschien is een ellendige afbraakproces wel bedoeld om erachter te komen of en wat het nou echt voorstelt, dat christelijk geloof. Om erachter te komen of dat echt kan: “God” ervaren. En wat dat dan oplevert, hier op aarde, voor mijn leven en dat van andere mensen. Het is in ieder geval die vraag, die in wezen veel mensen aan mij stellen: wat stelt dat nou voor, dat geloof van jou ?

“Maar Mozes bracht ertegenin: als zij vragen: wat is de naam van die God ? Wat moet ik dan zeggen ? Toen antwoordde God hem: “Ik ben Die er zijn zal”. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “Ik zal er zijn” heeft mij naar jullie toegestuurd”, vertelt Exodus 3. Er is misschien wel geen enkele plaats in de hele bijbel, waar zo helder aangegeven wordt wat dat is dat de bijbel “God” noemt. Als je dus aan de bijbel vraagt in welke richting je moet zoeken om God te ervaren, dan is dit het antwoord. Als je God wilt ervaren, zoek dan naar, stel je open voor: “Ik zal er zijn”. “Ik zal er zijn”, dat is: “Ik zal er zijn voor jou”. Het is het beeld van God als Iets of Iemand naast je, met je, bij je, in je, dichtbij je. Als Iets of Iemand, die bereid is het leven op aarde, dat doodgewone leven van ons, met al zijn moeiten en zorgen met je te delen. En daar de neus niet voor ophaalt.

“Ik zal er zijn voor jou”. Dat is het bijbelse antwoord op de vraag naar God. Ik weet steeds minder goed of God bestaat als de Persoon, die de traditie ervan heeft gemaakt. God als de Vader of Moeder, die achter de schermen van de geschiedenis “het Al in handen houdt”. Ik geloof het eigenlijk niet. De bijbel spreekt over “God” in beelden. Beelden die een enorme waarde hebben. Daar moeten we niet van af. Zoals we dus ook niet van “God” af moeten. Maar het zijn en blijven wel beelden. “Ik zal er zijn voor jou”. “God” bestaat daar waar mensen daadwerkelijk antwoord geven op wat Dorothee Sölle noemt het “Stilles Geschrei” op aarde. Op het stille of luide gehuil van de mensen om mij heen, van de dieren en de planten, de hele schepping. De naam “God” staat in de kern voor een bijbels programma, dat heet “Doe leven”[1]. Zie een ander aan, “laat je aangezicht niet vallen”. En schep met alles wat er in je is kwaliteit van leven, waar die ontbreekt, voor de mensen om je heen. Doe met alles wat er in je is, een ander mens lukken. Doe een ander leven. Zorg voor kwaliteit in zijn of haar leven. Dat hoeft niet leven ten kost van alles te betekenen. Kwaliteit van leven kan ook betekenen, dat je zegt: het is en was genoeg zo. Doe ander leven leven. Daarvoor staat dat woordje “God” in de bijbel. Doe ander leven lukken. Als dat lukt, dan is er grote kans, zeer grote kans, dat je zegt, ja, werkelijk, het is waar, ik heb “God” ervaren.

[1] Zie daarover met name: Levinas in de praktijk, Jan Keij, Uitgeverij Klement, 2012