Armoede hoort niet, armoede hoeft niet

door Dick Couvée

Op 17 oktober jl. was het wereldarmoededag. Op 22 december 1992 riep de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de 17e oktober uit tot Internationale dag voor de uitroeiing van armoede. Staten werden hiermee opgeroepen armoede op de agenda te zetten en praktische stappen te ondernemen om armoede daadwerkelijk te bestrijden. De datum verwijst naar de samenkomst op het Mensenrechtenplein te Parijs op 17 oktober 1987. Daar werd toen een gedenksteen onthuld ter ere van alle slachtoffers van honger, uitsluiting en geweld. Wereldwijd komen op de Wereldarmoededag mensen samen om elkaar en anderen eraan te herinneren dat armoede een schending van de mensenrechten is.

Zo ook in Rotterdam, twee weken geleden. Georganiseerd door RoSA! (Rotterdamse Sociale Alliantie) kwamen we bij elkaar om na te denken over het groeiende probleem van armoede en sociale uitsluiting in Rotterdam en om de krachten te mobiliseren om dat probleem aan te pakken en te doen verdwijnen. In haar recente nieuwsbrief schrijft RoSA!: “Bezuiniging op bezuiniging heeft aan de mensen met de minste inkomens de grootste schade toegebracht. Ook de nietsontziende hardheid van het armoedebeleid door de overheid, landelijk en in Rotterdam. Waar nu, met het zicht

op de verkiezingen, ons de propaganda wordt voorgehouden dat de crisis voorbij is, is dat voor 18,7%, ofwel 114.000 arme Rotterdammers, nog niet het geval”. Onder die 114.000 Rotterdammers zijn ook veel kinderen. Steeds meer wordt duidelijk, dat een steeds grotere groep van mensen in Rotterdam en Nederland het financieel en sociaal niet redden. Volgens onderzoek van het NIBUD van eind vorig jaar “Geldzaken in de praktijk” heeft 37% van de Nederlandse huishoudens te maken gehad met een of meerdere betalingsachterstanden. In vroeger jaren was de oorzaak daarvan heel vaak nalatigheid. In 2015 was de belangrijkste reden, dat mensen niet in staat waren de rekeningen te betalen als gevolg van hoge vaste lasten (vooral de stijgende huurlasten, sinds de liberalisatie van de huren) en de hoge zorgkosten.

Op 16 september jl. organiseerden we in de Pauluskerk de Eerste Rotterdamse Daklozendag.  Het aantal daklozen in en om Rotterdam groeit weer, helaas. Tijdens het seminar waarmee de dag begon, werd mij eens te meer duidelijk hoezeer dakloosheid het topje van een ijsberg is, maatschappelijk en persoonlijk. Onderzoekster Barbara van Straaten liet heel duidelijk zien dat financiële problemen en schulden op dit moment inderdaad vaak de oorzaak zijn van dakloosheid. Maar ook dat (diezelfde) schulden het de mensen vaak jarenlang onmogelijk maken om tot iets van een stabiel bestaan met perspectief te komen, zelfs als zij weer onder dak zijn. Elk programma voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting zal in ieder geval dat schuldenprobleem moeten aanpakken en een eind moeten maken aan de schandelijke woekerrentes waar mensen mee geconfronteerd worden, van de kant van de incassobureaus, maar ook van de kant van de overheid.

Ik kom nog steeds mensen tegen die de armoede in Nederland of in Rotterdam bagatelliseren. “Nou, ja, dat valt wel mee. Moet je eens naar Afrika gaan of naar Oost-Europa, daar zijn mensen pas arm”, hoor ik dan. Wat een onzin. Ik zeg niet dat armoede of gebrek aan perspectief daar niet bestaan. Integendeel. Dat zijn precies de redenen waarom mensen naar Europa komen en proberen hier hun heil te zoeken. Maar het argument is gemakkelijk en het klopt ook niet. Armoede – en dus je gebrek aan mogelijkheden om werkelijk mee te doen en bij te dragen aan jouw samenleving – is altijd iets in relatie tot de maatschappelijke context. De kosten en mogelijkheden voor – laten we zeggen – een minimum van bestaan, liggen hier doorgaans veel en veel hoger dan in Afrika of Oost-Europa. In Nederland kan je dus arm zijn, zelfs als je netto veel meer te besteden hebt dan iemand daar.

Ik ben heel blij dat de Verenigde Naties armoede hebben geformuleerd als een schending van de mensenrechten. Armoede hoort niet, armoede hoeft niet. En zeker niet in het 12e of 13e rijkste land op aarde. Net zoals Voedselbanken in Nederland niet horen te bestaan. Het is te gek voor woorden dat zoiets nodig is in Nederland. Kernpunt is en blijft of we in staat zijn de kleine, maar wel zeer machtige groep van rijken en transnationale ondernemingen te dwingen hun “fair share” te leveren aan de samenlevingen waarin zij opereren en waaraan zij hun rijkdom danken. Op die manier wordt het ook de minder rijken mogelijk gemaakt te komen tot een leefbaar bestaan en zo met hun mogelijkheden hun bijdrage te leveren aan de samenleving waarin zij wonen en leven. Op de Armoededag in de Pauluskerk heb ik beloofd mij vanuit de Pauluskerk en samen met andere organisaties van goede wil in de stad, in te zetten om daadwerkelijk te bouwen aan een inclusieve stad, waarin werkelijk iedereen de kans krijgt om het hare of zijne bij te dragen. Buitengewoon lastig, maar des te meer reden om het te proberen. Ik zal dat dus ook doen. Een goed plan ervoor is in de maak.